VEILIGHEIDSCOORDINATIE

Ongevallen op de werf vermijden

Voor welke werken ?

sinds 25 januari 2001

Het koninklijk besluit van 25 januari 2001, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 7 februari 2001, heeft de veiligheidsvoorschriften van de Europese richtlijn van 24 juni 1992 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen omgezet in de Belgische wetgeving.

Deze reglementering legt sinds 1 mei 2001 drie categorieën van nieuwe verplichtingen op inzake veiligheid op de bouwplaatsen:

• de verplichting om de veiligheid te coördineren wanneer de werken uitgevoerd worden door verschillende aannemers;

• de verplichte kennisgeving van de meeste bouwplaatsen aan de Directie Toezicht Welzijn op het Werk;

• de verplichting om bepaalde specifieke voorwaarden na te leven wanneer de werken worden uitgevoerd door één enkele aannemer.

Rol van de coördinator

ontwerp en uitvoering

Tijdens de ontwerpfase van het bouwwerk moet de veiligheiscoördinator de werkgever, bouwheer, bouwdirectie  helpen om in het ontwerp de veiligheidsmaatregelen en de preventieregels op te nemen waarmee rekening zal moeten worden gehouden tijdens de verwezenlijking van het bouwwerk en tijdens de uitvoering van latere werken.

 In die context moet de coördinator ook minimum twee documenten opstellen: 

Tijdens de uitvoeringsfase van de werken ziet de coördinator toe op de coördinatie van de activiteiten van de aannemers met het oog op de voorkoming van risico’s.

Het postinterventiedossier (PID)

sinds 01 mei 2001

Het PID is verplicht op bouwplaatsen en bij elke verkoop van een woning of appartement in België waarvan de bouw is begonnen na 1 mei 2001 of waaraan werken zijn uitgevoerd sinds 1 mei 2001 door één of meer aannemers.

Het postinterventiedossier (PID) van een bouwwerk is het dossier dat alle elementen bevat die nuttig kunnen zijn voor de veiligheid en de gezondheid van de mensen die later werkzaamheden zullen uitvoeren aan het gebouw (bv. onderhoud en herstellingen, verbouwingen, sloopwerk). Het dossier is vergelijkbaar met de veiligheidsinstructies van een gebruiksaanwijzing.

Het PID wordt opgemaakt en aangevuld door de veiligheidscoördinator. Op bouwplaatsen met slechts één aannemer is het de opdrachtgever zelf of een door de opdrachtgever aangestelde derde die een vereenvoudigd postinterventiedossier moet opstellen. Wanneer de eigenaar zelf werken uitvoert, is hijzelf verantwoordelijk voor het PID.

Inhoud van een PID

Het PID bevat - voor zover beschikbaar

PID bij verkoop

Het postinterventiedossier hoort bij een woning of gebouw. Het moet gedurende de volledige levensduur van het gebouw bij het gebouw blijven, ook na de verkoop.

Wanneer een gebouw, of een deel ervan, van eigenaar verandert, overhandigt de vorige eigenaar het PID aan de nieuwe eigenaar. Deze overhandiging wordt opgetekend in de akte die de overdracht van het gebouw bevestigt.

Als de verkoper niet over een verplicht PID beschikt (nooit opgemaakt, onvindbaar), dan moet de verkoper het dossier op eigen kosten laten opmaken door een veiligheidscoördinator, ten laatste tegen het verlijden van de akte.

Als de laatste werken nog vóór 1 mei 2001 werden uitgevoerd en er bijgevolg geen PID is opgemaakt, kan de verkoop wel doorgaan. Uiteraard overhandigt de verkoper wel de bestaande plannen, documenten en attesten die bij de woning moeten blijven.

Met vragen over het postinterventiedossier kunt u bij ons terecht